GEMEENTEBLADEerste wijziging havenverordening Venlo 2010;

Verkeer | Water Bekendmakingen

Meer info over Bekendmakingen gemeente

De raad van de gemeente Venlo; gelezen het voorstel van het college van 3 maart 2015, registratienummer; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; overwegende dat actualisatie van de Havenverordening Venlo nodig is in het belang van het zorgvuldig gebruik van de haven, de kaden en de haveninrichting; besluit: I.vast te stellen de 1e wijziging van de Havenverordening Venlo 2010, inhoudende de navolgende bepalingen: A. Artikel 1 onderdeel a komt te luiden: haven: de wateren en de insteekhaven aan de westelijke Maasoever, ter hoogte van het Haven- en Industriegebied, met uitzondering van “De Jachthaven”, zoals op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tekening nr. O571 d.d. 26-06-2014 is aangegeven; B. Artikel 2 komt te luiden: Het college is bevoegd nadere regels vast te stellen met betrekking tot: a. de wijze waarop een aanvraag voor een vergunning wordt ingediend; b. de aan vergunningen te verbinden voorschriften; c. intrekking of wijziging van vergunningen; d. het gebruik en de veiligheid van de haven, de kade en de haveninrichting; e. maatregelen tegen verontreiniging; f. schade door een vaartuig veroorzaakt aan de haven, de kaden, de haveninrichting, enig eigendom van de gemeente of aan eigendommen van derden; g. gezonken vaartuigen; h. het beperken van laden en lossen aan de kaden tot door hen aan te wijzen plaatsen. C Artikel 3 komt te luiden: Eenieder is gehouden elk bevel, door de in artikel 22 genoemde personen tot handhaving van de openbare orde en veiligheid in de haven en op de kade of gegeven ter uitvoering van de bij of krachtens deze verordening gestelde regels, terstond na te komen. D. Artikel 4, lid 2 en lid 3 komen te vervallen. Artikel 4 lid 4 wordt vernummerd tot lid 2. E. Aan artikel 11 worden een nieuw lid 3 en een nieuw lid 4 toegevoegd, die luiden: 3. De schipper is verplicht ervoor te zorgen dat het vaartuig dat stilligt zodanig is verankerd of gemeerd en van zonsondergang tot zonsopgang zodanig is verlicht dat geen gevaar, schade of hinder ontstaat of kan ontstaan. De verplichting met betrekking tot het voeren van verlichting geldt eveneens wanneer tussen zonsopgang en zonsondergang het zicht dit vereist. 4. De schipper moet, ook bij ontbreken van uitdrukkelijke voorschriften in deze verordening, alle voorzorgsmaatregelen nemen die door de algemene plicht tot waakzaamheid en door goed zeemanschap worden gevorderd, teneinde met name te voorkomen dat: a. het leven van personen in gevaar wordt gebracht; b. schade wordt veroorzaakt aan andere vaartuigen of aan drijvende voorwerpen, aan oevers of aan werken en inrichtingen van welke aard ook die zich in de vaarweg of op de oevers daarvan bevinden; c. hinder voor de scheepvaart of kade- of havengebruikers ontstaat; d. het milieu in ernstige mate negatief kan worden beïnvloed. F. Artikel 13 lid 3 komt te luiden: 3. Onverminderd het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel en hetgeen overigens in de ter zake geldende wettelijke voorschriften is bepaald, is de schipper van een in de haven aanwezig vaartuig, waarin goederen, stoffen of gassen aanwezig zijn of zullen worden geladen, welke gevaar voor de veiligheid of het verkeer in de haven kunnen opleveren, gehouden bij het vervoeren, laden of lossen van die goederen, stoffen of gassen die maatregelen te treffen, welke hem door de havenmeester ter voorkoming of beperking van dat gevaar worden/zijn voorgeschreven of aangezegd. G. Artikel 19, lid 2 komt te vervallen. H. Aan artikel 20 worden een nieuw lid 3, een nieuw lid 4 en een nieuw lid 5 toegevoegd, die luiden: 3. Het is verboden stof, rook, roet, gassen, dampen en dergelijke op zodanige wijze te laten vrijkomen dat daardoor gevaar, schade of hinder in of buiten de haven ontstaat of kan ontstaan. 4. Het bepaalde in het derde lid is niet van toepassing indien gehandeld wordt met een vergunning op grond van de Wet milieubeheer, dan wel met ontheffing van het college in gevallen waarin de Wet milieubeheer niet voorziet. 5. Verontreiniging van het oppervlaktewater, de kade of het talud moet onmiddellijk worden gemeld aan de havenmeester. II. te bepalen dat deze wijziging in werking treedt op de dag nadat deze is bekendgemaakt. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 april 2015. De griffier, De voorzitter Geert van Soest Antoin Scholten

Unknown